Houten paal funderingen

Bij woningen met een houten paal of staal fundering verwijzen wij u nadrukkelijk naar de site van de Stichting Platform Fundering Nederland. Alle woningen in Nederland met een houten paalfundering en bouwjaar van voor 1960 (circa) zijn zogenaamde risicowoningen.

Klik hier voor informatie over staal funderingen.

In sommige gemeenten is er soms sprake van een bacteriële aantasting ofwel palenpest van de houten paalfunderingen, maar ook kan het gaan om een schimmelaantasting, ofwel verrotting van de bovenkant van de palen. Dit wordt ook wel paalrot of in een andere vorm palenpest genoemd.

De bovenste laag van de grond is op veel plaatsen in Nederland niet sterk genoeg om een gebouw te dragen. Op het kaartje van Nederland zijn dit de rood gemarkeerde gebieden. Daarom worden er palen in de grond geslagen, meestal tot op een draagkrachtige zandlaag. In Nederland worden al honderden jaren lang houten paalfunderingen toegepast. De dragende functie van de houten palen blijft prima omdat hout onder (grond)water in goede staat blijft. Er zijn in de loop der jaren veel verschillende funderingstypen gemaakt. De zogenaamde spekpalen of slieten zijn in het verre verleden veel toegepast als een soort bodemverdichting (“kleefpalen”). Vanaf de tweede helft van de 17de eeuw werden vaak langere palen (tot een lengte van 23 meter) toegepast om bouwwerken te funderen op stevigere en diepere zandlagen (“op stuit” geheid).

De funderingstechnieken ontwikkelden zich en werden over de paalkoppen, die voldoende laag beneden de grondwaterstand moesten worden afgezaagd, balken aangebracht. Over deze balken (kespen) werd, al dan niet gebruikmakend van vloerhout, het metselwerk van de funderingsmuur gestart. Na de invoering van beton als bouwmateriaal (circa 1920) werden betonnen funderingsbalken vaak direct over de paalkoppen aangebracht. In deze bouwperiode zijn ook in het werk gemaakte betonnen oplangers op de houten palen toegepast.

Voorwaarden voor een paalfundering: Hout kan alleen als funderingsmateriaal worden gebruikt als de houten delen nooit boven het grondwaterniveau komen te liggen. De houten onderdelen van een fundering moeten dus dieper zijn aangebracht dan de laagst voorkomende grondwaterstand. In deze situatie is het funderingshout altijd waterverzadigd en omgeven door water waardoor er nauwelijks zuurstof bij het hout kan komen.

Het feit dat veel historische panden al eeuwen lang zonder zakkingverschijnselen staan, bevestigt de duurzaamheid van veel houten funderingen. Komt waterverzadigd funderingshout echter boven het grondwaterniveau te liggen dan kan via de lucht enige zuurstof worden aangevoerd en is schimmelaantasting mogelijk. Schimmels kunnen hout onder bepaalde omstandigheden snel afbreken en langdurige droogstand is daarom fataal voor een houten paalfundering. Als voor de deur extra traptreden zijn gemaakt is dit een indicatie om het grondwater te gaan controleren. Het grondwater moet minstens 10 cm, zo mogelijk 20-30 cm boven het hoogste funderingshout staan. Bij negatieve kleef trekt de grond als het ware de palen naar beneden, zodat woningen met goede houten palen toch verzakken met alle bijkomende ellende van dien.

Paalrot.

Als we spreken van houtrot dan zijn er schimmels in het spel. Schimmels komen overal voor, in de natuur doen ze nuttig werk door organisch (plantaardig) afval af te breken en weer beschikbaar te maken voor andere organismen. Zuurstof is een absolute voorwaarde voor de afbraak. Onder (grond)water is te weinig zuurstof aanwezig voor schimmelaantasting. Er zijn veel soorten schimmel, maar de belangrijkste aantaster van houten paalfunderingen bij droogstand is de zogenaamde softrot. De benaming wordt toegeschreven aan het feit dat door softrot aangetast hout vrij zacht wordt (makkelijk in te drukken).

De snelheid, waarmee softrotaantasting voortschrijdt, wordt bepaald door een aantal factoren:

De droogstandtijd, die wordt bepaald door de grondwaterstand en de bodemgesteldheid. Zodra de fundering weer onder water komt te staan stopt de softrotaantasting door het ontbreken van zuurstof. Na 10 tot 15 jaar droogstand heeft een funderingspaal z’n dragende functie verloren, doordat de bovenkant te ver is aangetast.

Ook de temperatuur is van invloed, hoe hoger de temperatuur bij de paal hoe sneller de aantasting verloopt. Zo kan in de nabijheid van warmtebronnen (stadsverwarming of riolen) een snellere aantasting optreden.

Palenpest / bacteriële aantasting.

Bacteriële aantasting – ook wel palenpest genoemd – is zoals het woord al aangeeft een aantasting door bacteriën. Uit onderzoek blijkt dat in spinthout de bacterie de cellen leeg eet als ze actief wordt, waardoor de aantasting ook onder water doorgaat tot in de punt van de houten paal. Vurenhouten palen hebben een dunne spintlaag, hierdoor zal de aantasting niet of nauwelijks leiden tot verlies van draagvermogen. Grenenhouten palen daarentegen hebben een dikke spintlaag en een dunne kern. Grenenhouten palen mogen al decennia niet meer toegepast worden.

De bacterie wordt waarschijnlijk actief als een stroming in het spinthout ontstaat, mogelijk tengevolge van grondwatermanipulatie. Hierbij kunt u denken aan grondwaterverlaging, grondwateronttrekkingen en/of warmte en koude opslag. In het algemeen geldt dat bacteriële aantasting veruit ondergeschikt is aan schimmelaantasting.

Wat heeft het riool ermee te maken?

Uit de voorgaande stukjes kan opgemaakt worden dat het erg belangrijk is dat er een stabiel grondwaterpeil aanwezig is om de beide funderingstypen hun dragende functie te laten houden. Grondwatermetingen kunnen aantonen dat het grondwaterpeil verlaagd is. Wat verder weg van de rioolbuis is het peil vaak weer op het gewenste niveau. De oude riolen liggen vaak op een slappe ondergrond en zijn niet onderheid, waardoor er lekkages zijn ontstaan. Omdat een riool nu eenmaal een afvoerende functie heeft, ontrekt deze onbedoeld ook het grondwater. Dit heeft ernstige gevolgen voor een paalfundering of een staalfundering.

Gevolgen voor paalfundering.

Bij de aanleg van de houten paalfundering, werd de bovenkant van de palen onder de laagst bekende grondwaterstand geslagen. Het is van zeer groot belang dat houten palen altijd onder water blijven staan, zodat er geen zuurstof bijkan. Een lekke riolering zal het grondwater afvoeren en zal in de nabij gelegen omgeving het grondwaterpeil ernstig verlagen.

Hierdoor komen de koppen van de paalkoppen ‘droog’ te staan en kan de komt er zuurstof bij het bovenste gedeelte van de paal. In een paar jaar tijd zullen de schimmels zodanig hun werk hebben gedaan dat het hout boven het grondwaterpaal geen draagkracht meer heeft. Het aantastingsproces kan zeer gemakkelijk gestopt worden, namelijk door de paal weer onder water te zetten.

Vraag hier een vrijblijvende offerte voor funderingsonderzoek aan!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dit is een verplicht veld
Dit is een verplicht veld
Geef een geldig e-mailadres op.